We mogen ons aan heel wat leven in de tuinen verwachten. Geliefde insecten zoals vlinders en bijen, lieveheersbeestjes en zweefvliegen zijn onze bondgenoten. We kunnen ze lokken met vlinderstruiken en insectenhotelletjes. Er zijn echter ook veel ongenode gasten actief. Daar speelt de zachte winter een grote rol. Door de warmte is de generatietijd van veel insecten korter geworden.
Ook spint is in diverse planten manifest aanwezig.
Dit is de periode waarin een insect ontwikkelt van ei en larve tot pop en volwassene. Eén volwassene legt dan weer 200 eitjes en op die wijze ontwikkelt een populatie zich bliksemsnel boven de schadedrempel : ze zuigen de kostbare suiker uit de plant en de plant kan geen cellulose meer maken en wordt bruin.
Op kardinaalsmutsen vinden we reeds massaal de rupsen van de stippelmot die zich tegoed doen aan de bladeren. Normaal zien we die beestjes slechts in juni verschijnen. Ze krioelen bijeen in een typisch grijs spinsel in de takken van veel Euonymus soorten. Je kan ze bestrijden met een biologisch rupsenmiddel : Conserve, een plantaardig insecticide.
Op olijfwilg is het absoluut noodzakelijk om de Olijfwilgbladvlo te lijf te gaan, de Cacopsylla fulguralis.
Deze 4 mm grote bladvlo heeft vleugeltjes in dakvorm, maar het zijn de bruine nymphen die onderaan het blad het suikerrijk sap zuigen en daar nog rijkelijk mee morsen ook : zodoende ontstaat op de onderste bladeren de typisch zwarte honingdauwschimmel. De nymphen hebben een witte, waterafstotende wasachtige staart aan hun lijf bengelen zodat bij de spuitoplossing een weinig zeep mag toegevoegd worden. Deze vlo zit hier nog maar enkele jaren, is afkomstig uit Zuid Europa en dank zij de zachte winters maakt ze nu ook onze contreien onveilig. Ook bij buxus komt de buxusbladvlo voor. Het ideale bestrijdingsmiddel is een systemisch insecticide.
Of zou Gaia deze beestjes ook beschermen ?
Peter