Dat de dagen langer worden, hadden we al door, maar dat ze ook warmer worden konden we in februari ook al enige dagen merken. Sommige planten zijn in deze periode van nature gewoon uit de knoppen te barsten, zoals de tartaarse struikkamperfoelie, de kers prinsepia of de indiaanpruim. Op dit eigenste ogenblik verpreidt het geurend hoefblad zijn delicaat parfum,

maar ook de winterkamperfoelie en de vleesbessoorten wedijveren om een gunstige winterneusprikkel. Wonderbaar is de parfum van winterzoet, uitzonderlijk bedwelmend is het geurend bonte wintergroene peperboompje, Daphne odora, maar de verwante chinese papierstruik moet qua geur niet onderdoen ook al ‘bloeit ie in zijn nakie’.  Hier en daar trekken ook nog takken de aandacht, zoals die van de japanse esdoorn ‘Sangokaku’ of de geeltakkige japanse pagodeboom, wijl de sneeuwklokjes en cyclaam de bodem opfleuren.

Maar tal van heesters vertonen reeds nu hun delicate bloemen, zoals de toverhazelaar en het eraan verwante Perzisch ijzerhout. Een absolute blikvanger is de witte geursneeuwbal die zoals veel winterbloeiers bloeien vooraleer het blad verschijnt. Verwant hiermee is de roze eveneens naaktbloeiende Bodnant sneeuwbal genoemd naar de botanische tuin van Wales. De stekelige gaspeldoorn doet het met voorjaarsgeel zoals de gele kornoelje,  en de winterjasmijn maar de veelbelovende knoppen van de sneeuwforsythia verraden roze, met fijne geur omfloerste tinten als hun troeven om sporadische nectarverzamelaars en vooral nijvere stuifmeelverspreiders te lokken. Opvallende hangende bloeiwijzen met bleker cremegele trossen vinden we bij de staartaar.

Muurbloemen in diverse kleuren, japanse abrikoos in knop en nieuwe wilgencultivars voegen hun eigen tinten toe aan dit schitterend geurig wintertafereel. Ja hoor, het vroege voorjaar kriebelt heus ook in je neus… !