Het is mei en de seringen beginnen zich met hun typische geurende bloempluimen te tooien. De gewone sering of Syringa vulgaris is een bladverliezende struik die rond 4 meter hoog wordt. De Syringa behoort tot de Olijffamilie waartoe eveneens de Forsythia of het Chinees klokje, de Fraxinus of es, de Jasminum of jasmijn, de Ligustrum of liguster en de Osmanthus of schijnhulst behoren. Dit zijn allen zeer sterke planten die uiterst geschikt zijn voor beplanting nabij de zee met zijn wind, zout en zand of klei. Nederlandse namen voor seringen zijn er genoeg : lila, jasmijn, kruidnagels, nagelblom… . De wetenschappelijke naam is afgeleid van het grieks syrinx wat riet of pijp betekent. Syringa werd vaak verward met Philadelphus, de boerenjasmijn, een plant met eveneens sterk geurende bloemen. Seringen kunnen dank zij de containerteelt het jaar rond worden geplant. Meestal bloeien ze in mei-juni, maar dit kan variëren. Best wordt bij jongere planten de bloempluim onmiddellijk na de bloei weggeknipt : dit bevordert de groei van de plant en de knopvorming voor het volgende jaar.

In zand gedijt de plant uitstekend, maar een beetje mest is welkom. Wilde sering geeft eveneens wortelopslag.

Er zijn meer planten die de naam sering dragen. Zo is de Ceanothus of amerikaanse sering eveneens bijzonder populair aan het worden. De wintergroene sierheesters van dit geslacht tooien zich ook nu reeds met prachtig blauwe bloemen. Er zijn opgaande en liggende vormen, en de planten hebben een glanzend donkergroen blad.

Ook de officiële naam voor Buddleja is niet vlinderstruik maar herfstsering. Beide genoemde planten zijn zelfs niet eens verwant aan de gewone sering, en behoren tot totaal andere plantenfamilies.

De gewone sering werd in 1828 in  West Roemenië in het wild gevonden. Ze was al in Turkije sinds vele eeuwen in cultuur.

De veredeling van de struik kwam pas een hondertal jaar geleden in Nancy op gang, vooral door Victor Lemoine.

Sindsdien zijn heel wat hybriden op de markt. Een prachtige sering voor de kleine tuin is de Syringa meyeri ‘Palibin’, een dwergsoort met compacte ronde habitus. In de eerste helft van juni verschijnen talrijke violetroze bloempluimpjes.

Peter